Als makers van een gezonde leefomgeving, willen wij CO2-neutraal produceren. We willen de meest positieve impact hebben op ons klimaat en op de "schone" lucht die wij allemaal inademen. Ook onze opdrachtgevers vragen hier steeds vaker om. Emissieloos bouwen is niet alleen werken met andere materieelstukken en werkmethodes, maar brengt ook weer andere risico's met zich mee.
De komende maanden gaan we in op onze grootste risico's van emissieloos bouwen, namelijk:
Nu we als Heijmans steeds meer werken met ZeroEmission Materieel, en dan met name elektrisch aangedreven, is de (tijdelijke) elektrische installatie voor de bouwplaats steeds belangrijker. Niet alleen voor de normale activiteiten maar vooral voor het kunnen opladen van ZE-materieel. ZE-materieel vraagt, in tegenstelling tot het “oude normaal”, om extra veel vermogen.
Bij ondeskundig gebruik van de elektrische bouwplaats installatie brengt dit (nieuwe) risico’s met zich mee. Risico’s die er in het verleden ook wel waren, maar die doordat er veel minder vermogen werd gevraagd niet zo herkenbaar waren. Ondeskundig gebruik heeft, in dit geval, veelal te maken met mogelijke overbelasting van de elektrische installatie en of het onjuist uitvoeren van bepaalde handelingen om een ZE-materieelstuk veilig te kunnen opladen.
En dat begint al bij de tenderfase: hier dient Heijmans al te weten of er een bijvoorbeeld vaste aansluiting beschikbaar is, en welk vermogen daar bij hoort, of dat men moet gaan kijken naar andere oplossingen, om het (gevraagde) benodigd elektrisch vermogen beschikbaar te hebben.
Zeer kritisch hierbij is dat we op voorhand weten welke ZE-materiaal men wil inzetten, welke elektrisch vermogen daarbij hoort om deze te laden en op welk moment van het project. Alleen dan kunnen de juiste keuzes worden gemaakt om een goede elektrische bouwplaats installatie te ontwerpen en te kunnen kijken wat eventueel extra benodigd is om het gevraagde vermogen te kunnen faciliteren.
Kijk in het boekwerk “Alles wat je moet weten over emissieloos bouwen binnen Infra”, zoals terug te vinden op Viva Engage (Yammer) bij de hoofdstukken:
Op deze manier kan er, samen met HMB, een verantwoorde keuze worden gemaakt over de benodigde inrichting van de elektrische bouwplaats installatie.
Richt, samen met HMB, de bouwplaats in. En dan met namen de elektrische bouwplaats installatie.
HMB zal, aan de hand van de gestelde eisen aan o.a. vermogen, een elektrische bouwplaats installatie ontwerpen die voldoet aan wet- en regelgeving.
Kijk in het boekwerk “Alles wat je moet weten over emissieloos bouwen binnen Infra” , zoals terug te vinden op Viva Engage (Yammer) bij de hoofdstuk:
Als HMB de elektrische bouwplaats installatie heeft aanlegt, dan wordt er door, of in overleg met HMB, ook een Installatieverantwoordelijke (IV-er) aangewezen. Let op: deze IV-er is alleen verantwoordelijk dat de elektrische bouwplaats installatie veilig blijft functioneren, conform de uitgangspunten. Het aantal IV-ers bij HMB is limitatief; in overleg met HMB en de bedrijfsstroom of Business Unit van het project zal er een passende oplossing voor ieder project worden gemaakt.
Let op: de IV-er van de elektrische bouwplaats installatie is verantwoordelijk tot en met de vaste aansluiting en/of "paddestoel(en)" die HMB heeft aangelegd. Deze IV-er is dus niet verantwoordelijk voor de (ZE-)materieelstukken en/of andere (grote) elektrische verbruikers die het project er verder op aansluit. Zorg er dus voor dat de IV-er van de elektrische bouwplaats installatie regelmatig overleg heeft met het projectteam.
Mocht blijken dat er, om wat voor reden dan ook, meer elektrische vermogen nodig zijn bespreek de mogelijk en de onmogelijkheden met de Installatie verantwoordelijke en begin niet zo maar met opladen van niet bekend en/of aangemeld ZE-materieel. Zie GO! Leereffect - E-Aansluiting uitgebrand wat er dan mogelijk kan gebeuren.
Aarding bij (mobiele) aggregaten en/of accucontainers dient in overleg met de Installatieverantwoordelijke te worden besproken. Uitgangspunt is dat (mobiele) aggregaten en/of accucontainers gebruik wordt gemaakt van een aardingspen. Alleen in uitzonderlijke gevallen kan er gebruik gemaakt worden van andere technische oplossingen; dit alleen in overleg met de Installatieverantwoordelijke.
De chauffeur en/of machinist van het ZE-materieelstuk dient een specifieke instructie te hebben gehad over deze machine. Mede gericht op de risico’s met betrekking tot het elektrische gedeelte:
Voor de medewerkers op het project is het zeer belangrijk dat zij zich bewust zijn van de gevaren welke werken met ZE-materieel met zich meebrengt. Gebruik hiervoor de Toolbox - veilig werken met E-materieel.
Gebruik de Toolbox - Bouwelektra om medewerkers bewust te maken van de algemene risico’s en de te nemen beheersmaatregelen met betrekking tot de (algemene) elektrische bouwplaatsinstallatie.
Daarnaast dient de BHV-organisatie op het project ook geïnformeerd en te worden geïnstrueerd over wat te doen bij calamiteiten bij, of in de nabijheid, van ZE-materieel. Er zijn reeds pilot trainingen geweest voor een aantal BHV-er op project. Aan de hand hiervan zal er worden onderzocht hoe deze informatie in de normale BHV-opleiding en/of herhalingslessen verwerkt kunnen worden.
Scan de volgende code met de app om deze toolbox te bekijken.